Installatie
2021

Drie lange linten dansten tijdens de tentoonstelling small wares over het metselwerk van de Vleeshal en maakten het tot één gigantische stoplap. Katie Schwab weefde dit werk samen met passementerie-expert Veva van der Wolf bij het TextielLab in Tilburg. Het is gemaakt op een bandweefgetouw uit 1880 en bevat een groot aantal garen in zijde, katoen en linnen. De inslag van de linten in ingegeven door de felle, lichte kleuren uit de Nederlandse stoplappen die Schwab onderzocht. De levendige oranjes en roze van de schering verwijzen naar de kleurtinten die uit verven met 'meekrap' ontstaan. Meekrap is een plant die van oudsher in Zeeland werd verbouwd voorr het verven van Textiel. Roze en marineblauwe draden traceren reparaties van beschadigingen aan de schering, die ontstonden tijdens de vervaardiging van het werk.

De linten volgen een specifieke route over de muur, ingegeven door reeds bestaande gaten in het metselwerk. Kees Wijker, al sinds de jaren negentig hoofd techniek bij de Vleeshal, noemt deze gaten de 'littekens van Vleeshal'. Wijker geldt als een enorme bron van kennis over de geschiedenissen die aan deze littekens verboden zijn - soms opgevuld en geschuurd, soms opengelaten. Geïntrigeerd door deze laag van architecturale restauratie ontwikkelde Schwab in samenwerking met SWARF blauwe, op maat gemaakte haken. De haken zijn een echo van de reeds in de ruimte aanwezige smeedijzeren ogen, waarmee de deuren van de nissen gesloten kunnen worden.