Het Syndroom van Stendhal – op zoek naar een archetypisch beeld van schoonheid
Marinus Boezem, Natasja Boezem
Performance, Installatie, Video/Film
2002–2015
Het syndroom van Stendhal is een psychologisch verschijnsel dat optreedt als iemand volledig overrompeld wordt door de schoonheid van kunst. Een symptoom dat zich hierbij vaak voordoet is allereerst het tijdelijk wegvallen van het gezichtsvermogen en vervolgens ook van het bewustzijn, in een ultieme poging van de geest te ontsnappen aan die schoonheid. Verdere lichamelijke verschijnselen die zich kunnen voordoen zijn een versnelde hartslag, duizeligheid en verwarring. In ernstige gevallen treden soms zelfs vormen van manie, hallucinaties of andere psychotische verschijnselen op.
De aandoening is vernoemd naar de 19e-eeuwse Franse schrijver Stendhal, die de symptomen ervaarde in de Basilica di Santa Croce te Florence, waar hij de fresco’s van Giotto bekeek. In zijn werk beschreef hij gedetailleerd hoe hij in 1817 tijdens een bezoek aan Florence werd aangegrepen door de schoonheid van de stad. Er zijn meerdere gevallen bekend van toeristen die onwel werden of flauwvielen bij het aanschouwen van kunst in Florence, met name in het Uffizi Museum en in de Basilica di Santa Croce.
De keuze voor dit onderwerp komt voort uit een gezamenlijke ervaring van Marinus, Maria-Rosa en Natasja Boezem. Toen zij Florence bezochten werden ze gefascineerd door de overdaad aan schoonheid, en vatten het plan op dit thema verder te onderzoeken. Dit leidde tot hernieuwde studiereizen, waarbij ze in 2002 onder andere een interview opnamen met professor Graziella Magherini, psychiater te Florence, de eerste wetenschapper die het syndroom van Stendhal beschreef en het als zodanig benoemde. Ook in het Ospedale Santa Maria Novella, waar Margherini behandelend psychiater was, hebben zij opnamen gemaakt en gesprekken gevoerd met ambulancechauffeurs die de door schoonheid bevangen mensen hadden vervoerd.
Marinus en Natasja Boezem realiseerden zich dat ze tijdens eerdere werkbezoeken aan Florence gezocht hadden naar concrete beelden en geluiden die hen dichter bij het fenomeen schoonheid en haar spiegelbeeld konden brengen. Schoonheid ook met een haast algemene geldigheid die niet alleen over landsgrenzen, maar ook over culturele en religieuze grenzen reikt. Het archetypische beeld, waar een ieder schoonheid als positieve metafoor ervaart. Ook de omgang met baby’s en kleine kinderen was hun opgevallen: het bewonderen, optillen en verleggen van baby’s, het kirren, huilen, enzovoorts. In de opvatting van de kunstenaars een gracieuze choreografie van bewegende clichés.
Marinus en Natasja Boezem vertegenwoordigen twee generaties kunstenaars. Van jongs af aan is Natasja betrokken geweest bij de totstandkoming van de werken van haar vader, zo wel inhoudelijk als praktisch. Nog altijd zijn ze in dialoog over hun beider werk.
Tijdens de opening vindt er een performance plaats in De Vleeshal. Voor de twintig nissen in de zijwanden van de gotische hal bevinden zich evenzoveel moeders met hun baby’s, die de nis- sen gebruiken om de baby’s in te verzorgen of te laten slapen. De moeders en baby’s zijn afgescheiden van het publiek met een sierkoord zoals in musea wordt gebruikt. Het publiek ziet de moeders de typerende handelingen uitvoeren met hun baby’s, zoals wiegen, kussen, voeden en zo meer.
Er ligt een rode loper. Voor in de ruimte hangt een transparante voile, die door twee ventilatoren zachtjes heen en weer wordt bewogen. Op de voile worden bewegende en stilstaande beelden geprojecteerd. Kunsthistorische afbeeldingen uit de renaissance worden af- gewisseld met archetypische beelden uit de publieke ruimte: Italiaanse stranden, YouTube filmpjes, internetbeelden. Tegelijkertijd klinkt uit verschillende speakers muziek van de hedendaagse Italiaanse componist Giacinto Scelsi, afgewisseld met geluiden uit het dagelijkse leven.
Na de openingsdag is het nabeeld van de performance te zien, in foto’s, video en ge- luid. Ieder moeder-kindpaar is voor de nis gefotografeerd door Ivo Wennekes. Na de openingsdag worden deze foto’s, die de maat en de vorm van de nis hebben, op plexiglas af- gedrukt en in de nissen geplaatst. Zo hebben ze het aanzien van hedendaagse iconen.
De performance tijdens de opening wordt op film geregistreerd door Tom Fassaert en zal daarna onderdeel uitmaken van de installatie.