Deze website maakt gebruik van verschillende soorten cookies. U kunt hier meer over lezen in onze Cookieverklaring. U kunt uw cookievoorkeuren aangeven via de knop "Instellingen aanpassen".

Tempo

Uri Tzaig

Solotentoonstelling

5 september – 18 oktober 1998
Vleeshal (Kaart)

Curator: Lex ter Braak

Uri Tzaig, 1998
Tentoonstellingsoverzicht | Tempo | Uri Tzaig

De kunstenaar Uri Tzaig (1965) geldt internationaal als een van de interessantste jonge kunstenaars uit Israël. Zo nam hij o.a. deel aan de spraakmakende tentoonstelling This is the show (Gent 1995), vertegenwoordigde hij in 1995 Israël op de Biënnale van Venetië, was hij in 1996 een van de deelnemers aan Manifesta 1 (Rotterdam) en was zijn werk te zien op Documenta X (1997).

De laatste jaren maakte Uri Tzaig video’s waarin mensen spelletjes speelden met op het eerste oog onnavolgbare regels. De video Universal Square (1995) b.v. toont een voetbalwedstrijd waarin de teams met twee ballen spelen. Hoeveel spelers er zijn, welke regels gelden enz. is voor de toeschouwer niet eenvoudig te achterhalen. Voor hem en de spelers geldt mogelijk het advies van de Dodo als antwoord op de vraag van Alice wat de “Caucus-race” precies inhoudt: “Why,” said the Dodo, “the best way to explain it is to do it.” (Alice’s Adventures in Wonderland)

Inderdaad vraagt Uri Tzaig van zowel spelers als toeschouwers zich aan het ontregelende spel over te geven, de oude en bekende regels achter zich te laten om nieuwe openingen en mogelijkheden te creëren.

In de video 'Trance' (1998), die als een soort pauzeprogramma op monitor in de Vleeshal te zien is, spelen twee mensen met knikkers die zij om beurten op een siliconenbed leggen. Al kijkend meen je een systeem te ontdekken.

Als hoofprogramma laat Uri Tzaig in de Vleeshal zijn nieuwste videofilm 'Tempo' (1998) zien. De video is een montage van 60 sequenties die elk een minuut duren. De opnames voor die minuut zijn door Uri Tzaig over de hele wereld gemaakt volgens hetzelfde principe: met de statische camera. Het toeval bepaalt vervolgens wat er in het beeld voorvalt. De montage van deze fragmenten levert een spannende collage op die het kijken en denken op alle mogelijke manieren in beweging zet.

Als kijker heb je de onbedwingbare neiging (verhaal)lijnen in 'Tempo' te ontdekken, fragmenten met elkaar te verbinden en een grotere structuur bloot te leggen. Maar het is je al snel duidelijk dat elk verband voortkomt uit je persoonlijke regelgeving. Tegelijk ervaar je elke minuut op zich als een afgerond geheel, als een soort beeldgedicht van de tijd.

Opvallend is het aantal fragmenten waarin mensen musiceren. Dit muzikale aspect van 'Tempo' wordt versterkt door de muziek van Arto Lindsay. Deze Amerikaanse musicus en producer (die o.a. samenwerkt met David Bowie, Laury Anderson en Mathew Barney) heeft na het zien van 'Tempo' geïmproviseerde muziek gemaakt die achteraf als een soort accenten in de film geplaatst zijn – zij is niet bedoeld als een narratieve ondersteuning van de beelden noch als hun muzikale interpretatie.

Beweging is, zoals de titel al aangeeft, een terugkerend gegeven: die van mensen, van de wind, van voertuigen. Afgewisseld met de muziek, stilte en “real sound” bepaalt en stuwt zij de film voort in zowel abstracte als figuratieve zin.

Twee fragmenten wijken af van de gehanteerde procedure: de openings- en de slotscene. Zij zouden daardoor als betekenisbepalend opgevat kunnen worden. In de eerste scene tast de camera de omgeving af waar de aanslag op Rabin plaatsvond. Het is dezelfde beweging als die van de camera die de aanslag vastlegde. Nu is het ogenschijnlijk een neutrale plek met een onzichtbaar geworden geschiedenis. Analoog aan dit fragment kunnen al de fragmenten als plekken met verborgen of mogelijke geschiedenissen geduid worden.
In de laatste scene is het lied van de drag-queens ondertiteld. Op vrolijke wijze belijden zij de hebzucht, de leegte en de begeerte van de hedendaagse mens. Is dit de moraal van de film of maken wij haar tot moraal omdat we ons zo graag de les laten lezen?

'Tempo' wordt op een groot scherm getoond in een architecturale setting die enerzijds Uri Tzaigs antwoord is op de architectuur van de Vleeshal en anderzijds de beleving van videofilm herformuleert. De constructie roept een bijzonder aspect van de geschiedenis van de film in herinnering: die van de rondreizende man met zijn projector en scherm die in eenvoudige plattelandsschuren de magie van licht en donker in het beeld bracht. Het sacrale daarvan komt in Uri Tzaigs installatie duidelijk naar voren: zij heeft de geest van een transparante synagoge.

Die ervaring van de eerste films, de fascinatie van het bewegende beeld stonden los van de kwaliteit van de opname en de projectie. De beleving was het belangrijkste en niet de voortdurende zucht naar perfectie die daarvoor in de plaats kwam. 'Tempo' wil ons die ervaring teruggeven. Artistiek gezien is haar relatieve onscherpte (vergeleken met 32 mm film b.v.) ook een keuze. In zijn essay De onscherpe foto stelt de Belgische filosoof Dirk Lauwaert dat het verzet tegen scherpte kunstenaars de mogelijkheid biedt de materie waaruit het beeld is opgebouwd in het eindresultaat zichtbaar te maken. En bovendien “betekende het dat de kracht van improvisatie en spontaniteit, eigen aan de schets, tot het register van het voltooide werk zou gaan behoren.”