Deze website maakt gebruik van verschillende soorten cookies. U kunt hier meer over lezen in onze Cookieverklaring. U kunt uw cookievoorkeuren aangeven via de knop "Instellingen aanpassen".

E Eindigen met iets dappers A

Honoré δ' O

Solotentoonstelling

20 januari – 25 februari 1996
Vleeshal (Kaart)

Curator: Lex ter Braak

Honoré δ'O , Belgie, 'E Eindigen met iets dappers A', 1996.
Leo van Kampen fotografie | E Eindigen met iets dappers A | Honoré δ' O

Voor elke tentoonstelling worden mensen uitgenodigd om met hun kijken het werk af te maken. Hun indruk nemen zij als een (geslaagde, onduidelijke, mislukte?) foto mee, terwijl het werk in de tentoonstellingsruimte achterblijft. Wat er met die indruk gebeurt (of die ergens in de geest of het geheugen opgeslagen wordt, daar vervaagt of levendig aanwezig blijft) is onzeker, net als de werkelijkheid van het werk dat teruggaat naar het atelier van de kunstenaar of zijn toernee langs tentoonstellingsruimtes vervolgt.

In eerder werk (o.a. This is the show Gent 1994) heeft Honoré δ‘O getracht die patronen te doorbreken door de toeschouwer uit te nodigen werk uit de tentoonstelling mee naar huis te nemen en het daar voor hem te bewaren. Op een afgesproken datum zou de kunstenaar dan langs komen om het werk uit te pakken en in het huis te installeren. In Venetië (Among others…onder anderen: de Vlaams-Nederlandse samenwerkingstentoonstelling voor de Biënnale van 1995) kon de bezoeker van het domein van Honoré δ‘O gebruik maken van een speciaal voor hem gemaakte en gereedstaande stoel. Van hieruit kon hij het in talloze delen opgebouwde en omgezette energieveld binnendringen en zijn gedachten bepalen. Vervolgens kon hij zijn ideeën in een klaarliggend boekje noteren en aangeven welk werk hij zou willen hebben of welk verlangen hem koesterde. De toeschouwer geactiveerd als deelgenoot van de kunstenaar en zijn werk.

Zo is er een levendig netwerk ontstaan van mensen die een werk van hem in huis hebben, hem benaderen om iets uit te pakken of met hem corresponderen over hun verlangens.

Met zijn werk voor de Vleeshal zal dit netwerk alleen maar uitgebreider worden. Op de uitnodigingskaart worden de mensen door Honoré δ‘O expliciet uitgenodigd en aangespoord om te komen en door hun handelen het werk (af) te maken. Middels een ingenieus systeem hangen aan het plafond van de Vleeshal ontelbare, opgerolde banen papier; elk van die banen wordt op zijn plaats gehouden door een touw dat verbonden is met een op de grond liggende steen die dient als verzwaring. De vloer van de Vleeshal is door al die rode bakstenen het fundament van een onzichtbaar gebouw geworden. De bezoeker wordt gevraagd een steen op te rapen en het daarom heen gewikkelde touw af te wikkelen. Ergens in de Vleeshal (dichtbij, veraf, pal boven het hoofd?) ontrolt zich langzaam een baan naar beneden die de ruimte radicaal verandert.

Als het touw helemaal afgewikkeld is en de bezoeker met een losse steen in de handen staat, nodigt een op de steen geschreven regel hem uit inlichtingen in te winnen bij de kunstenaar (met vermelding adres). De tekst en de steen die hij mee naar huis mag nemen, zijn van hem. De bouw van het papieren werk door de bezoeker is tegelijk de door hem in beweging gezette afbraak van het stenen fundament. Die opbouw en afbraak geschieden in steeds wisselende patronen omdat elke dag andere bezoekers stenen opnemen en daardoor andere stroken hebben laten dalen. In het werk dat zo ontstaat is de aanwezigheid van de bezoekers zichtbaar en voelbaar.

Het oprapen van de steen zet een kettingreactie van mogelijkheden in werking die mogelijk eindigt in iets dappers: het gaan naar de bron.
Tegelijk is het anders louter mentale proces van de toeëigening van een werk door de bezoeker hier het werk zelf geworden: van destructie naar constructie, van onthullen naar verhullen, van vrijmaken naar bezetting, van achterlaten en meenemen.