Deze website maakt gebruik van verschillende soorten cookies. U kunt hier meer over lezen in onze Cookieverklaring. U kunt uw cookievoorkeuren aangeven via de knop "Instellingen aanpassen".

Dÿe den nest weet dÿe weeten. Dÿen roft dÿ heeten

Jan Fabre

Solotentoonstelling

4 – 25 februari 1995
Vleeshal (Kaart)

Curator: Lex ter Braak

Jan Fabre, 'Dÿe den nest weet dÿe weeten. Dÿen roft dÿ heeten', 1995. Installatiefoto. | Dÿe den nest weet dÿe weeten. Dÿen roft dÿ heeten | Jan Fabre

Onder de Breugheliaanse titel “Dÿe den nest weet dÿe weeten. Dÿen roft dÿ heeten.” laat Jan Fabre vier nieuwe sculpturen in de Vleeshal zien. Deze sculpturen zijn gemaakt van juweelkevers: drie groene en een rode.

De drie groene sculpturen zijn engelengedaanten die hoog tegen een speciaal geconstrueerde, witte wand geplaatst zijn; zij zijn de pendanten van de drie stenen sculpturen die hun vaste plaats achter tegen de zijwand van de Vleeshal hebben. Van verre glanst hun huid geheimzinnig en verleidelijk, maar dichterbij gekomen zie je het angstwekkende gewriemel van de insecten en is hun kleur duister en dreigend geworden. De oppervlakkige schoonheid is de pas afgesneden door het bewustzijn van verval, verrotting en tijdelijkheid. Maar langer kijkend, mogelijk door het proces van gewenning, merk je dat de verleidelijke glans het weer van deze duisternis en dit besef wint en dat iets anders triomfeert.

“Wanneer de nachtdieren gaan slapen en de dagdieren ontwaken is er in de natuur een moment van sublieme stilte waarin alles opensplijt, openbarst en verandert. Dat moment ben ik gaan opzoeken, gaan innemen. Het is een ruimte tussen dag en nacht, tussen leven en dood, waarin ondefinieerbare dingen gebeuren.” (Hugo de Greef/Jan Hoet: Gesprekken met Jan Fabre, blz.55) De insekten zijn de dragers van deze cyclus van metamorfose en mutatie: van leven naar dood, van kleur naar duisternis, van sterven naar wederopstanding, van de aarde naar de hemel, van steen naar engel, van chaos naar symmetrie.

Deze betekenissen worden versterkt door de sculptuur voor in de Vleeshal. Aan een lange balk, zoals je die ook op een oude prent van de Vleeshal ziet (die voor de uitnodiging gebruikt is), hangt een vleesklomp aan een haak. Deze klomp is gemaakt van rode juweelkevers die in hun kleuren contrasteren met de groene sculpturen. Maar hun beider kleur is van de natuur (niet industrieel) evenals hun betekenis: die Verwandlung.

De sobere ondertitel van dit voor de Vleeshal gemaakte werk luidt: vier nieuwe sculpturen. Net zo neutraal als “zonder titel” maar de spreuk van Breughel die op zijn gravure “De imkers” afgedrukt staat, en die de titel van de tentoonstelling geworden is, is veelzeggend genoeg. Vertaald luidt die: Hij die weet waar het nest is, weet het; maar hij die het rooft, bezit het. In dit werk van Jan Fabre is leven genomen, om leven te geven.

Tijdens de opening zal een gewijzigde herdruk van het boek Hugo de Greef/Jan Hoet “Gesprekken met Jan Fabre”, met voorwoord van Rudi Fuchs en Marja Bloem, nu uitgegeven door de Bezige Bij, gepresenteerd worden. In dit boek geeft Jan Fabre aan de hand van de hem gestelde vragen zijn eigen visie op zijn werk, zijn leven en ontwikkeling.
“Mijn werk geeft energie aan mij, zoals de aarde energie geeft aan de insekten. Insekten hebben geen meester, zijn altijd onderweg. Zij kennen geen hoogte, geen diepte en hebben een ander soort ruimtegevoel dan wij.” (blz.26)

Op zondag 12 februari zal mediatheoreticus, bioloog en publicist Arjen Mulder in een lezing nader ingaan op het gebruik en voorkomen van dieren in het werk van hedendaagse beeldende kunstenaars: Het beeld van het dier, het dier van het beeld. Aanvang 15.00 uur.